TELMISARTANLaatste bijwerking : 2022.08.15 |
|||||||||
Synoniem: | |||||||||
Toedieningsweg: | oraal | ||||||||
Klasse(n): | |||||||||
Preconceptie | 0-3 | 4-6 | 7-9 | Perinataal | Borstvoeding | |
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | check II | neen II | neen II | neen II | check III | |
geen info | geen info | geen info |
De gegevens over mogelijke risico’s op afwijkingen bij de foetus tijdens het eerste trimester zijn beperkt. Telmisartan is tegenaangewezen tijdens het tweede en derde trimester.
Geen specifieke humane informatie beschikbaar.
In preklinisch veiligheidsonderzoek werden geen effecten van telmisartan op de vrouwelijke vruchtbaarheid waargenomen [SmPC EMA Micardis 08 2022]. Geen verdere informatie over de diersoort.
De passage van telmisartan door de placenta-barrière is onbekend, doch verwacht (laag MG) [Briggs].
Er kunnen geen duidelijke conclusies getrokken worden uit epidemiologisch bewijs over het risico van teratogeniciteit na blootstelling aan ACE-remmers tijdens het eerste trimester van de zwangerschap; een kleine toename in het risico kan echter niet worden uitgesloten. Hoewel er geen gecontroleerde epidemiologische gegevens zijn over het risico van angiotensine II-receptorantagonisten kan het risico vergelijkbaar zijn bij deze klasse van geneesmiddelen. Patiënten die een zwangerschap plannen, moeten omgezet worden op een alternatieve antihypertensieve therapie met een bekend veiligheidsprofiel voor gebruik tijdens de zwangerschap, tenzij het voortzetten van de angiotensine II-eceptorantagonisten therapie noodzakelijk wordt geacht. Als zwangerschap wordt vastgesteld, dient de behandeling met angiotensine II-receptorantagonisten onmiddellijk te worden gestaakt, en moet, indien nodig, worden begonnen met een alternatieve therapie [SmPC EMA Micardis 08 2022].
Dierexperimenteel:Er is geen duidelijk bewijs waargenomen voor een teratogeen effect, echter bij toxische dosisniveaus van telmisartan werd een effect op de postnatale ontwikkeling van de nakomelingen waargenomen, zoals een lager lichaamsgewicht en een vertraagd openen van de ogen [SmPC EMA Micardis 08 2022].
Tweede trimester:Het gebruik van telmisartan is tegenaangewezen tijdens 2de en 3de trimester [SmPC EMA Micardis 08 2022].
Het is bekend dat blootstelling aan sartanen gedurende het tweede en derde trimester van de zwangerschap foetale toxiciteit (afgenomen nierfunctie, oligohydramnie, vertraagde schedelossificatie) en neonatale toxiciteit (renale disfunctie, hypotensie, hyperkaliëmie) bij de mens kan veroorzaken (zie “Klasse-tekst”).
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Zie tweede trimester.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Perinataal (steeds rekening houden met de gegevens bij de actuele trimester) :Pasgeborenen van wie de moeder een sartaan heeft gebruikt dienen nauwkeurig gecontroleerd te worden op hypotensie (zie “Klasse-tekst”).
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Opvolging :Geen specifieke humane informatie beschikbaar [SmPC EMA Micardis 08 2022].
Dierexperimenteel:Met toxische doseringen van telmisartan werd een effect op de postnatale ontwikkeling van de jongen waargenomen zoals een lager lichaamsgewicht en een tragere opening van de ogen [SmPC EMA Micardis 08 2022].
L4
Het is niet bekend of telmisartan of zijn metabolieten in de moedermelk worden uitgescheiden [SmPC EMA Micardis 08 2022].
De hoge eiwitbinding maakt penetratie in de moedermelk minder waarschijnlijk. . Bij gebrek aan informatie, is het gebruik van telmisartan tijdens de borstvoeding af te raden en gaat de voorkeur uit naar alternatieve therapieën met een beter bewezen veiligheidsprofiel tijdens de borstvoeding, zeker wanneer het een pasgeborene of vroeg geborene betreft. Indien telmisartan toch wordt gegeven tijdens borstvoeding, moet de zuigeling gecontroleerd worden op lethargie, bleekheid en gebrek aan eetlust [SmPC EMA Micardis 08 2022][Hale].
Hale kent met L4 een hogere risicocategorie toe aan telmisartan in vergelijking met andere sartanen. Vermoedelijk omdat met telmisartan minder ervaring is opgedaan [NVDR].
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Preconceptie | Zwangerschap | Borstvoeding | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
(ja) III | (ja) III | |||||
geen info | geen info | ← Condoom gebruiken / Onthouding |
Tot nog toe werd geen invloed op de vruchtbaarheid gemeld.
Dierexperimenteel onderzoek wijst niet op verlaging vruchtbaarheid bij mannen.
Geen specifieke humane informatie beschikbaar. Dierexperimenteel onderzoek wijst niet op verlaging vruchtbaarheid bij mannen [SmPC EMA Micardis 08 2022].
Dierexperimenteel:In preklinisch veiligheidsonderzoek werden geen effecten van telmisartan op de mannelijke vruchtbaarheid waargenomen [SmPC EMA Micardis 08 2022]. Geen verdere informatie over de diersoort.
Geen specifieke informatie beschikbaar over de overgang via het sperma.
Dierexperimenteel:Geen specifieke informatie beschikbaar.
Hoeltzenbein M, Tissen‑Diabaté T, Fietz A-K, et al. Pregnancy outcome after first trimester use of angiotensin AT1 receptor blockers: an observational cohort study. Clinical Research in Cardiology 2018; 107: 679–687.
Kadioglu M, Erkoseoglu I, Cavusoglu I, et al. The outcomes of Angiotensin-II receptor blockers in pregnancy. Reproductive Toxicology 2019; 88: 133–150.
Weber-Schoendorfer C, Kaysera A, Tissen-Diabate T, et al. Fetotoxic risk of AT1blockers exceeds that of angiotensin-converting enzyme inhibitors: an observational study. Journal of Hypertension 2020; 38: 133–141.Angiotensine Conversie enzym Inhibitoren (ACE-inhibitoren) / Angiotensine II Receptor Antagonisten (Sartanen)
Er is geen duidelijk epidemiologisch bewijs voor teratogeniciteit na blootstelling aan ACE-remmers/Sartanen (en naar analogie ook aan de directe renine-inhibitoren) gedurende het eerste trimester van de zwangerschap. Een klein verhoogd risico kan echter niet uitgesloten worden. Daarom worden ACE-remmers en angiotensine antagonisten bij voorkeur niet in het eerste trimester en zeker niet in het tweede en derde trimester van de zwangerschap gebruikt. Het is aangewezen om bij kinderwens liefst al voor de zwangerschap over te schakelen op een ander antihypertensivum dat niet behoort tot de klasse van angiotensine converting enzyme inhibitoren (ACE-remmers) of angiotensine II receptor blokkers (ARB’s). Indien een zwangerschap wordt vastgesteld tijdens een behandeling, wordt best zo snel mogelijk overgeschakeld, maar is er geen reden om de zwangerschap te onderbreken [LAREB 07 2022][LECRAT 07 2022].
Volgens LAREB zijn er ongeveer 500 zwangerschappen beschreven in de literatuur waarbij angiotensine receptor blokkers (ARB) werden gebruikt tijdens het eerste trimester, wat te weinig is om het werkelijke risico te kunnen inschatten [LAREB 07 2022].
Een studie waarin de uitkomsten van 168 zwangeren met blootstelling tijdens het eerste trimester in utero aan ARB werden vergeleken met 570 controles (geen blootstelling), gaf geen significant verschil in het aantal aangeboren afwijkingen. Dat aantal was wel hoger in de blootgestelde groep, maar het aantal zwangeren was te laag om tot significantie te besluiten (5,4% versus 3% afwijkingen). Er was geen duidelijk patroon wat type afwijkingen betreft, wat een oorzakelijk verband minder waarschijnlijk maakt, bovendien moet rekening gehouden worden met de pathologie [Hoeltzenbein et al. 2018].
Een andere studie beschrijft de uitkomsten van 49 zwangerschappen met blootstelling aan ARB (candesartan, valsartan, losartan, irbesartan, olmesartan, telmisartan) zonder vermelding van de periode. De leeftijd van de patiënten varieerde van 28 tot 44 jaar. De uitkomsten bij 40 patiënten konden worden nagetrokken: 3 spontane abortussen, 4x beëindigen van de zwangerschap, 2x dood in utero en 3 congenitale anomalieën. 28 of 57% van de babies kwamen gezond ter wereld [Kadioglu et al. 2019].
Contra-indicatie tijdens tweede en derde trimester steunt op het farmacologisch werkingsmechanisme van beide groepen geneesmiddelen. Angiotensine tegenwerken verhoogt de kans op een lage perfusiedruk in de nieren. Verminderde nierfunctie verhoogt de kans op overlijden van de foetus tijdens de zwangerschap of onmiddellijk na de geboorte [LAREB 7 2022].
In een observationele studie werden ACE-inhibitoren (ACE-I) (n=89) vergeleken met ARB (n=101) na minstens 20 weken zwangerschap. Er werden 59 gevallen van foetopathie vastgesteld. In de prospectief gevolgde patiënten werd foetopathie vastgesteld in 3,2% voor ACE-I en in 29,2% voor ARB. Wanneer de medicate werd stopgezet voor de 30ste week was de kans op herstel van de hoeveelheid amnionvocht hoger. Hoe langer de medicatievrije periode verwijderd was van de bevalling, hoe beter. Deze studie geeft aan dat zo snel mogelijk moet overgeschakeld worden naar andere medicatie indien mogelijk [Weber-Schoendorfer et al. 2020].
Geen specifieke informatie beschikbaar.